-
1 afweken
1 [week worden en loslaten] come off ⇒ come unstuck/undone♦voorbeelden: -
2 losweken
2 [langzaam losmaken] detach ⇒ ease away/off♦voorbeelden:2 zich losweken van zijn oude omgeving • ease oneself away/detach oneself from one's old milieu1 [door weking losgaan] become unstuck -
3 stomen
1 [damp afgeven] steam♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [gaar maken; bewerken met stoom] steam2 [reinigen] dry-clean3 [micro-organismen doden] fumigate♦voorbeelden:een postzegel van een enveloppe af stomen • steam a stamp off an envelope -
4 drijven
1 [aan de oppervlakte blijven] float, drift2 [zweven] float, drift ⇒ glide♦voorbeelden:doen drijven • float〈 figuurlijk〉 de onderneming drijft op orders van het rijk • governmental orders are the mainstay of the enterprisedrijven van het zweet • be dripping with sweatII 〈 overgankelijk werkwoord〉5 [slaan] drive♦voorbeelden:de menigte uit elkaar drijven • break up the crowdde vijand uit het land drijven • drive the enemy out of the countryiemand in het nauw/een hoek drijven • drive someone to the wall/into a cornerde zaak op de spits drijven • bring the matter to a headdoor woede gedreven • driven by ragede spot met iemand drijven • make fun of someoneeen winkel drijven • run/manage a shop4 door stoom gedreven schepen • steam-driven/propelled shipsde prijzen naar omhoog/omlaag drijven • force prices up/down -
5 branden
2 [licht/warmte uitstralen] burn3 [smeulen] burn4 [met betrekking tot lichaamsdelen, ook figuurlijk] burn♦voorbeelden:uit zichzelf beginnen te branden • ignite spontaneouslyde zon brandt • the sun is burning/blazingde kachel laten branden • leave the (gas-)fire burningdit stelletje brandt op hout • this stove burns wood3 een brandende pijp/sigaar • a burning/lit pipe/cigarcognac brandt in de keel • brandy burns the throat〈 figuurlijk〉 branden van nieuwsgierigheid/van verlangen • burn with curiosity/desireik ben er niet op gebrand • I'm not crazy about itze was het huis niet uit te branden • there was no way of getting her out of the househij is niet vooruit te branden • you can't get him to shiftII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [door vuur doen verteren] burn2 [schroeien, door middel van vuur bewerken] burn ⇒ scald 〈aan heet water/stoom〉, roast 〈 noten, koffie e.d.〉, distil 〈 tot alcohol〉♦voorbeelden:glas branden • stain glasszich aan de kachel branden • burn one's hand on the (gas-)fire -
6 uitstoten
3 [door/met stoten verwijderen] push/thrust/knock out4 [naar buiten stoten] eject ⇒ emit 〈 rook, gassen enz.〉, 〈 uitbraken〉 disgorge, belch 〈 rook, stoom〉♦voorbeelden:1 iemand uitstoten uit de groep • expel/banish someone from the group2 onverstaanbare klanken uitstoten • emit/utter unintelligible sounds
См. также в других словарях:
Linol — Moderne Farbkollektion und Rückseite von Linoleum Produktpräsentation der Linoleum AB Forshaga 1923 Linoleum ist ein von dem englischen Chemike … Deutsch Wikipedia
Linoleum — Moderne Farbkollektion und Rückseite von Linoleum … Deutsch Wikipedia
Suriname — Republic of Suriname Republiek Suriname (Dutch) … Wikipedia